MENU

Düsseldorf: een berg middenin de stad!

Een shoppingtrip naar Galeries Lafayette in Luxemburg.

18 juni 2020 Comments (0) Andere, Mobiliteit, Technologie

Covid en het spoorwegnet: wat zal het langetermijneffect zijn?

Hoe zal de post-Covid spoorweg eruit zien? Gesprek tussen de verantwoordelijke voor de bouw, onderhoud en de exploitatie van de NMBS-stations en een professor van UCLouvain gespecialiseerd in de economie en de organisatie van vervoer.

Laten we beginnen met de aanpassingen die de NMBS heeft doorgevoerd.

Marc Haumont, NMBS: Nadat we in de eerste weken van de crisis het aanbod hebben verminderd met de invoering van treinen van nationaal belang, hebben we op dit moment, sinds 4 mei, een maximaal transportaanbod, met uitzondering van ongeveer zeventig P-treinen (de piekuurtreinen). Er is een bijzondere inspanning geleverd op het gebied van veiligheid en preventie, op alle fysieke en digitale media die ons ter beschikking staan. Er zijn ook speciale maatregelen ingezet, zoals vloermarkering of continue desinfectie van de grootste stations in het land. Alle treinen worden elke dag tijdens het eerste vertrek volledig gedesinfecteerd. Meer dan 90% van onze treinen wordt overdag extra gereinigd. Dit geldt ook voor de toiletten.

Marc Haumont is hoofd van de afdeling Bouw, Onderhoud en Exploitatie van de stations van de NMBS.

Wat zijn de frequentiecijfers?

M. H.: Aan het begin van de crisis slechts 3-4% van de gebruikelijke frequentie. Momenteel* 17%. En we verwachten een verhoging rond 8 juni.

Als de crisis voortduurt, wat zou dat dan voor de NMBS betekenen?

M. H.: Het is nog te vroeg om dat te zeggen, maar we zouden bijvoorbeeld flexibelere abonnementsformules kunnen voorstellen in ons commerciële aanbod, waarin het feit zou worden opgenomen dat mensen meer dan voorheen zullen telewerken.

Bart Jourquin, UCL: We mogen niet uit het oog verliezen dat de vraag naar vervoer indirect is: het bestaat alleen omdat mensen van punt A naar punt B willen gaan omdat hun activiteiten dat vereisen. Vóór de crisis was de norm op de werkplek te werken en was telewerken de uitzondering. In de toekomst zou er een omkering van deze verhouding kunnen zijn, waardoor de vraag naar vervoer de facto zou afnemen.

De trein is een gedeeld vervoermiddel. Bestaat de kans dat pendelaars bang zijn om de trein te nemen en daarom de wagen bevoordelen?

M. H.: Zelfs als mensen meer telewerken, zullen we het huidige transportaanbod moeten handhaven, omdat niet iedereen het tegelijkertijd zal doen. Het gebruik van het mondmasker in het openbaar vervoer werd verplicht, zoals de NMBS dat wenste.

B. L. : In Japan zijn ze gewend aan dit soort situaties: ze zetten een mondmasker op en het weerhoudt ze er niet van om op drukke treinen of metro’s te stappen. Ze zijn het gewend. Wat het gebruik van de auto betreft, geloof ik niet dat pendelaars die aan de trein gewend zijn de auto op lange termijn zullen blijven gebruiken. Ten eerste omdat het duur is, en ten tweede omdat, ook al wordt het openbaar vervoer soms verweten dat het vertraging heeft, die vertraging niets is in vergelijking met de enorme vertragingen veroorzaakt door de files!

Dat gezegd zijnde is er momenteel een toename in de verkoop van tweedehandswagens (die meer op voorraad zijn dan nieuwe auto’s).

Bart Jourquin is professor aan de Louvain School Of Management van UCLouvain. Zijn thema’s: vervoerseconomie, concurrentievermogen van vervoersnetwerken, mobiliteit, logistiek, impact van nieuwe technologieën op organisaties, goederenvervoer, modellen van multimodale vervoersnetwerken.

Als we dat gaan extrapoleren, kunnen we zelfs de vraag stellen wat de plaats van stations in onze steden is …

B. L.: Integendeel, ik denk dat zij in de toekomst een nog belangrijkere rol zullen spelen. De toekomst ligt in de stedelijke centra die rond een transportnetwerk zijn gebouwd. En niet andersom, zoals die industriële zones die in afgelegen gebieden gebouwd werden, om ons later af te vragen hoe we de werknemers daar zouden krijgen. Of het slechte idee om huizen langs de weg te spreiden in plaats van ze te groeperen om efficiënt openbaar vervoer mogelijk te maken. Bovendien is er de laatste jaren een trend om terug te keren naar de stad. Jonge koppels vestigen zich gewilliger in stedelijke centra, dicht bij multimodale vervoersknooppunten. Tot slot merk ik op dat stations soms onderbenut zijn. De Brusselaars beseffen bijvoorbeeld niet dat ze ook een treinreis kunnen maken voor een verplaatsing die ze anders met de bus of metro zouden maken.

Tot slot, welke lessen trekt u uit deze crisis?

B. L.: Laten we duidelijk zijn, de transportsector is zwaar getroffen en het zal enige tijd duren voordat de situatie zich herstelt.

M.H.: Herinner je je die ruimtevaartmachines waar we het in onze avonturenboeken uit onze kindertijd over hadden? De huidige situatie heeft dit idee enigszins inhoud gegeven. Vandaag beweegt onze boodschap zich met de snelheid van het licht dankzij de IT-technologieën, overal, zonder dat we hoeven te reizen.

 

* Interview gedaan op 20 mei 2020
Deel dit artikel:

Tags: , , , ,

Geef een antwoord