De stad van morgen zal groen zijn of niet zijn. Laten we steden ontdekken waar lokale initiatieven rond duurzaamheid beloond werden en voor ons als inspiratiebron kunnen dienen.
De IJslandse hoofdstad wordt genoemd als voorbeeld vanwege haar rol als openluchtlaboratorium, en verlegt voortdurend de grenzen. IJsland beschikt immers over aanzienlijke natuurlijke hulpbronnen dankzij zijn unieke geologie en zijn overvloed aan water, maar politieke wil is iets wat niet in de geisers groeit. Het eiland nam er geen genoegen mee om deze overvloed aan energie te benutten om de openbare gebouwen te verwarmen en op natuurlijke wijze een groot deel van zijn elektriciteit (bijna 90%) te produceren. Het trok ook tal van energie-intensieve industrieën aan. Het enige wat ontbreekt voor het perfecte plaatje is de vervanging van olie door hernieuwbare energie voor de transportsector.
De (groene) trein rijdt er al sinds het eind van de jaren ’90, en het IJslandse parlement lanceerde ook nog een testproject om voertuigen op waterstof in te voeren. De tests via de projecten ECTOS (introductie van 3 waterstofbussen) en SMART-H2 (voor individuele voertuigen) waren alvast overtuigend. De revolutie is dus in volle gang en we zien ook een steeds groeiende vloot van elektrische auto’s opduiken. Door al die technologische vooruitgang en dit gedurfde beleid is de doelstelling van 100% duurzaamheid die voor 2050 werd vooropgesteld en die in veel andere Europese landen pure utopie is, een droom die hier binnen handbereik ligt.